IJsfontein Homepage

1 december 2015

We proberen kinderen te verleiden met felle kleuren, leuke characters en mooie woorden om onze applicaties te gebruiken en naar onze website te komen. Maar wat blijkt? We pakken het helemaal verkeerd aan. Waar moet je op letten als je een website gaat ontwerpen voor kinderen?

Een zoekbalk, dat is waar het kinderhart sneller van gaat kloppen. Het liefst wit en groot in beeld. Doet het je aan iets denken? Juist, Google. Deze kinderen zijn opgevoed door de multinational en dat heeft meer impact dan we denken.

Kijken en klikken

In het Playlab van IJsfontein testen we regelmatig hoe de doelgroep reageert op de sites, apps en games die we maken. Een aantal weken geleden observeerde ik een aantal kinderen terwijl ze rondkeken op de website van SamSam, een tijdschrift met informatie over andere landen en culturen. Ik observeerde hun zoekgedrag in het kader van een usability-test, waarbij gekeken wordt naar de gebruiksvriendelijkheid van een applicatie of website. Kernvraag van het onderzoek was of de kinderen de landkaart, bedoeld als ondersteunende speelse navigatie, zouden gebruiken om informatie te vinden. De landkaart had een enorme aantrekkingskracht op kinderen, maar er was iets op de site nog onweerstaanbaarder. De witte zoekbalk rechtsboven.

samsam

Zoeken

De zoekbalk was hun steun en toeverlaat, hun beste vriend, hun houvast. Om de site goed te kunnen testen had ik opdrachten geformuleerd. Bijvoorbeeld de volgende opdracht: “Ik ben pas geleden naar Argentinië op vakantie geweest. Kunnen jullie vinden wat ze daar eten?”. Ondanks dat er een knop in beeld was met de term ‘voedsel’ en een van de jongens het land Argentinië direct op de kaart aanwees, verkozen de kinderen toch de zoekbalk boven alle andere navigatiemogelijkheden om een antwoord op hun vraag te vinden. Het meisje die uiteindelijk als eerste het goede antwoord (barbecue) wist had gezocht op de term biefstuk. Ze zocht dus niet eens op de vraag, maar deed alvast een gok naar het antwoord.

Eerst het antwoord bedenken

Zouden kinderen tegenwoordig meer geneigd zijn om zelf een antwoord op een vraag te bedenken en vervolgens hun gok te verifiëren? Het is niet ondenkbaar dat de alom aanwezige technologische hulpmiddelen, die binnen 3 seconden kunnen vertellen of je gok correct is of niet, deze uitwerking hebben. Het is, zoals het bovenstaande voorbeeld illustreert, vaak efficiënter om met een gok te beginnen dan met een open vraag. Elke wetenschapper kan dit bevestigen. Maar het brengt ook een risico met zich mee. Het risico op tunnel-denken, omdat er vaak wel een bron te vinden is die jouw vermoeden bevestigt en je tegenstrijdige informatie misschien nooit te zien krijgt.

Informatie staat los

Ook viel het op dat deze kinderen anders met de structuur van informatie omgaan dan andere generaties. Ze hebben nooit geleerd om in hoofdstukken, onderwerpen en categorieën te denken zoals eerdere generaties dat wel leerden. De kinderen van nu denken in losse eenheden en zien informatie als iets dat op zichzelf staat. De samenhang en de context, die bepalen ze zelf wel. Het kind zelf en zijn of haar eigen denkbeelden zijn de lijm die alles verbindt. Misschien is dat ook wel bittere noodzaak als je opgroeit in een wereld met zo veel prikkels, zo veel informatie en zo veel verschillende structuren.

Mix & match

Bij deze manier van denken hoort ook het springen van de ene bron naar de andere. Naadloos, ogenschijnlijk zonder er bij na te denken, vliegen kids van een tekst die ze lezen naar een YouTube-filmpje waar ze denken het antwoord te kunnen vinden op hun vraag. Maar alleen als ze direct bij het intypen van hun vraag een geschikt filmpje vinden. Zo niet, dan zijn ze weer weg en proberen ze of ze op een andere manier bediend kunnen worden, bijvoorbeeld door Google. Wordt het te ingewikkeld, dan proberen ze een ander zoekwoord, bij voorkeur op een ander tabblad. Doorlezen, dieper zoeken en verder klikken, heb ik geen van de kinderen zien doen. Als dat wat je zoekt niet bij de eerste zoekresultaten zit, dan heb je blijkbaar verkeerd gezocht.

Zoeken is sneller dan navigeren

Ik dacht dat het toeval was. Misschien lag het aan het design of onderwerp van de site, dat de kinderen de zoekbalk zo liefkozen. De week na de test met SamSam testte ik nog een site. Op de website Museumkids.nl vertoonde de kinderen precies hetzelfde gedrag. Deze keer kregen ze de volgende opdracht: “Je kunt op deze site een prijs winnen door een foto en verslag van het museum waar je net geweest bent op te sturen. Waar kun je dat doen?”. De bedoeling was dat de kinderen op ‘Doe mee’ of op ‘Museum Inspecteren’ zouden klikken. Maar je raadt het al, dat deden ze niet. Wat dan wel? In de zoekbalk werden verschillende dingen ingetypt. Populair waren: prijs, winnen, wedstrijd en foto. Al deze woorden komen niet voor in navigatie of de banner. Het leek de kinderen beter om direct te zoeken dan het risico te nemen via de navigatie omweg te nemen of helemaal niet aan te komen bij het doel.

museumkids

Het Google-brein

Het brein van de basisschoolkinderen van nu lijkt fundamenteel anders in elkaar te zitten dan dat van eerdere generaties. Ze zijn opgegroeid met Google en gewend om alles wat ze zoeken, letterlijk binnen een seconde, te vinden. Dat heeft gevolgen. Niet alleen gevolgen voor de manier waarop ze online zoeken, maar mogelijk ook voor de manier waarop zij denken, wetenschap zullen bedrijven en de manier waarop zij de wereldproblemen van de toekomst op zullen lossen. Heeft het ook gevolgen voor ons als ontwerpers, marketeers, strategen en opvoeders? Ik deed een rondje langs mijn collega’s om te vragen wat mijn observatie voor hun betekent.

Ontwerpen voor kinderen

Interactie ontwerp

Elke site voor kinderen moet een gebruiksvriendelijke zoekbalk hebben. Als kinderen een deel van een woord typen of een spelfout maken, moeten ze toch de goede resultaten krijgen. Ook moet je de gebruiker door de resultaten heen begeleiden. Met filters kunnen ze bijvoorbeeld snel relevante links selecteren. Zorg dat de menu-items en teksten op knoppen matchen met de belevingswereld en zoekwoorden van de doelgroep. Geen abstracte categorieën, maar zo concreet mogelijk (vergelijkbaar met een zoekwoord).

Marketing

Als je kinderen wil bereiken moet je echt op de eerste pagina van Google te vinden zijn. Onderzoek ook op welke woorden de kinderen zullen zoeken, want die moeten letterlijk terug komen in de pagina. En eigenlijk moet je ook een YouTube-filmpje hebben, maar die moet dan wel iets toevoegen ten opzichte van een site en niet hetzelfde verhaal vertellen. Dus bijvoorbeeld een hoe-moet-ik-filmpje dat hoort bij een onderwerp of een wedstrijd. Daar kun je dan ook expliciet vanaf de site naar verwijzen.

Content

Het is belangrijk dat alles wat op de site te vinden is een heldere beschrijving heeft voor de zoekfunctionaliteit. Een korte zin die duidelijk maakt waar het over gaat en wat iemand daar kan halen. Verder is het ook interessant om naar het gebruik te kijken en op basis daarvan voorspellingen te doen over wat relevant kan zijn voor iemand. Gebruikt de bezoeker de zoekbalk als hij op een fotopagina is, dan zijn resultaten met foto’s waarschijnlijk relevanter dan resultaten zonder foto’s. Of geef aanbevelingen voor gerelateerde artikelen op basis van gebruikersstatistiek zoals Bol, Spotify en Netflix doen.

Vormgeving

Als er een zoekfunctionaliteit op de website aanwezig is, moet deze heel herkenbaar zijn. Het liefst centraal op de site. Als de zoekbalk om wat voor reden dan ook toch in een perifeer gebied staat, moet deze in ieder geval wit zijn, zodat deze direct herkend wordt als zoekbalk. Ook is het belangrijk de zoekresultaten mee te ontwerpen. Je moet er vanuit gaan dat elke gebruiker in de eerste 30 seconden op de site een keertje langs de zoekresultaten komt. Daar moet je dus ook trots op zijn.

Techniek

Je moet voor elke site met zoekbalk zorgen dat deze echt goed werkt. De content moet de juiste tags meekrijgen en het moet snel en overzichtelijk gepresenteerd worden. Dat is deels een klus voor de mensen die de content invoeren, maar deels ook techniek. Mensen zijn verwend door Google en gewend om de meest ‘relevante’ resultaten bovenaan te krijgen. Een slimme site denkt ook mee in relevantie en geeft niet alleen een lijst met matchende resultaten, maar presenteert deze ook in een handige volgorde.

Jephta Peijs  is onderzoeker en ontwerper bij IJsfontein. Als onderzoeker is zij verantwoordelijk voor de informatievoorziening van het team. In de beginfase van een project houdt ze zich bezig met markt- en doelgroep-onderzoek en tijdens de ontwikkeling test ze prototypes in ons Playlab en op locatie. Ze zorgt er niet alleen voor dat applicaties beter ontworpen worden, maar ziet ookals eerste ziet hoe kinderen reageren en wat de trends zijn. Zo leert ze heel veel over de doelgroep.